Je bent hier
Home > Gezin & Opvoeden > Haar verhaal | Lucinde mijn wenskind

Haar verhaal | Lucinde mijn wenskind

Annet GorterAnnet Gorter is moeder van drie (25, 23 en 15), oma van James (08-10-2014) en is ze naast haar baan columnist. Voor Mommyonline.nl doet ze haar relaas van de rollercoaster waarin zij en haar gezin verzeild zijn geraakt vanaf het moment dat haar dochter Lucinde, een ‘gezond’ meisje van 15 jaar, Hodgkin bleek te hebben. Na de diagnose ‘Hodgkin’ verwoord ze haar gevoel van onmacht, maar tegelijkertijd ook van kracht, kwetsbaarheid en moederliefde veelvuldig in de vorm van gedichten op haar eigen blog

“We zaten nog middenin het overlijden van mijn vader, de crematie was net achter de rug. We bogen ons over gevonden paperassen, haalden zijn huis leeg en snotterden boven foto’s van onszelf die we vonden in verloren hoekjes op stoffige planken. En we hadden verdriet, want een ouder en een opa kun je eigenlijk nooit missen, hoe oud ze ook zijn. Mijn vader overleed aan asbestkanker.
Lucinde en haar broer Niels leurden tijdens het leeg maken van zijn huis met oude boeken en schilderijen. Als ik terugdenk hoestte ze toen ook af en toe en klaagde ze dat ze zo moe werd van het gesleep. Maar aangezien pubers wel vaker verzuchten dat ze moe zijn, en mede door de hectiek van dat moment, sloeg ik er geen acht op en ging door met het vullen van verhuisdozen en het weggooien van spullen. Dat was waar we mee bezig waren medio september 2014.
Het leven nam daarna zijn beloop weer. In dezelfde periode waren we naast het verdriet om mijn vader allemaal erg betrokken bij mijn hoogzwangere oudste dochter die met haar vriend in Haarlem woont en begin oktober was uitgerekend. Mijn eigen gezin en het gezin van mijn vriend leefden enorm toe naar de geboorte en ik in het bijzonder, want ik zou bij de bevalling zijn. Al met al duurde deze, ik noem het maar ‘interim’periode, op de kop af één week.
Woensdag 24 september 2014, de laatste dag van mijn bijzonder verlof besluit ik na een nachtlang Lucinde haar hoest te hebben aangehoord een afspraak te maken bij de huisarts. “Ik vind dat ze raar hoest, het zal wel niks zijn, maar ik wil toch graag dat er even naar haar wordt gekeken,” zei ik tegen de assistente. We moesten er diezelfde ochtend om 9 uur zijn en we zouden een waarnemend arts krijgen. Van Lucinde kreeg ik na mijn telefoontje meteen de volle laag. “Mama, wat een onzin, iedereen hoest! Ik moet naar school!” In de auto op weg naar de huisartsenpraktijk zei ik nog dat ze meteen weer naar school kon als we klaar waren, en dat ik dacht dat we vast een hoestdrankje voorgeschreven zouden krijgen zodat ze snel van die akelige hoest verlost zou zijn. “Lucinde, het klinkt anders, ik weet het ook niet, ik ben er gewoon niet gerust op,” verdedigde ik mezelf tegenover haar. Maar ze bleef door mopperen.

Eenmaal in de spreekkamer vertelde Lucinde de arts van haar benauwdheid die de kop opstak als ze zich had ingespannen en van het nare hoestje die haar ’s nachts uit de slaap hield. In plaats van even te luisteren en een receptje uit te schrijven, trok er na het luisteren een schaduw over het gezicht van de arts en toverde ze een apparaatje tevoorschijn: “Ik wil toch even het zuurstofgehalte in je bloed meten.” Terwijl wij ongeduldig keken hoe laat het was en Lucinde zich afvroeg hoe lang het nog ging duren eer ze naar school kon, stond het gezicht van de arts zorgelijk toen ze de waarden aflas. Voordat ik wat kon vragen zei ze: “Ik vermoed dat ze een longembolie heeft, maar daar is ze eigenlijk veel te jong voor. Ik wil graag dat jullie meteen naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis gaan voor verder onderzoek.” Lucinde en ik keken elkaar verbaasd aan en trokken even later enigszins overdonderd de deur van de praktijk achter ons dicht en zetten koers naar het ziekenhuis waar men na een telefoontje van de huisarts  klaar stond om ons op te vangen. “Mama, hoe laat kan ik eindelijk naar school?” vroeg ze, en “Wil je straks een briefje voor me schrijven dat ik de toets Frans van morgen niet heb kunnen leren door dit gedoe?”
Lucinde werd vanaf het moment dat wij in een klein kamertje werden gebracht aan allerhande onderzoeken en vragen onderworpen. Ons onbevangen gedrag veranderde met de minuut. Stukje bij beetje drong tot ons door dat er wel eens wat aan de hand kon zijn. Na een aantal onderzoeken en ik een heel regiment in- en uitlopende ‘witte jassen’ voorbij zag komen, zag ik tot mijn grote ontsteltenis opeens de oncoloog van mijn vader binnenkomen die ik een week voor zijn overlijden nog samen met hem had gesproken. Toen moest ik wit zijn weggetrokken. “Ik ken u,” zei ze en ze gaf me een hand. “Wie was dat?” vroeg Lucinde toen we weer alleen in het kamertje waren. “Ja, die heb ik wel eens gezien toen ik met opa naar het ziekenhuis ging,” zei ik haperend. Toen ze voor een volgend onderzoek werd opgehaald heb ik gauw mijn vriend gebeld en mijn grootste angst met hem gedeeld. Na dat telefoontje heb ik een tijd buiten gestaan. Ik weet nog dat het regende. Ik huilde met de regen mee en voelde me de eenzaamste en meest wanhopige mens op deze wereld.

De rest van de middag heb ik in een mist meegemaakt. Onderzoek na onderzoek, gesprek na gesprek. En mijn hart bonkte elke keer als ik het beeld van die oncoloog op mijn netvlies terughaalde. Bij iedere aanblik van Lucinde kromp ik ineen. Ik dorstte haar niks te zeggen, maar ze voelde dat er wat speelde. “Mama, wat is er, mama, waarom ben je zo stil?” Als ik haar hand zomaar pakte, vroeg ze: “Mama, waarom doe je zo?” De middag in het streekziekenhuis in Heerenveen kroop voorbij, het was de langste middag van mijn leven. Ik wist niet waar ik het moest zoeken. Om 16.00 uur werd ons gezegd dat de ambulance klaar stond om haar naar het UMCG te brengen. “Daar kunnen ze beter zien wat er precies aan de hand is”. Toen ze op de brancard werd gebonden en door de ziekenhuisgangen reed dacht ik dat ik in een nachtmerrie verzeild was geraakt. Daar ging ze, mijn wenskind, het kind dat ik op mijn veertigste, acht jaar na haar zusje en tien jaar na haar broer kreeg en dat ik vanaf haar derde alleen opvoedde. Het was alsof mijn hart uit me werd gerukt.
Diezelfde dag op 24 september 2014, ’s avonds om half 8 kregen we in een quarantaine kamertje in het UMCG te horen dat Lucinde lymfeklierkanker heeft. Je kon een speld horen vallen, niemand zei meer wat. In het hoge bed, met haar spijkerbroek en haar afgetrapte All Stars, lag mijn kind dat die ochtend met tegenzin vanwege een kuchje mee naar de huisarts was gegaan en die diezelfde avond om 20.00 uur de intensive care werd binnengereden waar ze direct aan de beademing werd gelegd. “Mama, ik ga toch niet dood?”, ik hoor haar die vraag nog stellen. Een vraag die alles op z’n kop zet.

In één klap veranderde ons leven totaal, in één klap was niets meer belangrijk. De langverwachte baan die ik sinds 11 augustus had was van generlei waarde meer, mijn strijd bij Lucinde op school om haar naar 4 Havo te krijgen leek nu mijlenver weg en totaal onbelangrijk. Ik leefde vanaf dat moment in een roes, sliep in de buurt van het ziekenhuis of bij haar op de kamer. Zodra het enigszins kon ging ik even op en neer naar huis om dingen te regelen om dan weer terug te gaan daar waar ik wilde zijn. Nachten zwierf ik door de gangen van het UMCG, ik rende met een handdoekje en natte haren over de gang als ik uit de bezoekersdouche kwam om maar weer zo snel mogelijk bij haar terug te zijn voor als ze moest spugen. Ik voerde haar eten, waste haar haar en probeerde haar zwakke benen weer aan het lopen te krijgen.

Toen ze na weken naar huis mocht volgden de chemo’s, 14 in totaal. Ik zag hoe mijn kind van binnen werd afgebroken, elke dag een beetje meer. Om mij heen werd het herfst, maar ik kreeg er niks van mee. Het was een nachtmerrie waaruit ik maar niet wakker werd. Het leven verschrompelde in haar en met al mijn zorg en liefde kon ik er niks aan veranderen. Ik kon er alleen maar zijn.
Als ze ’s nachts in het ziekenhuisbed, dat in de woonkamer stond, gilde van de pijn, dan rende ik slaapdronken de trap af en ging onder een kleedje op de bank liggen luisteren naar haar ademhaling. Elk piepje deed me rechtop zitten, ik had geen rust en vond geen rust. Toen het moment kwam dat ze zelf de beslissing nam om haar heuplange haar eerst op kaaklengte te laten knippen en kort daarna te laten afscheren werd de ziekte in alle omvang gevoeld als een mes die wordt omgedraaid in je lijf. Op mijn blog kon ik mijn gevoelens en gedachten kwijt zodat ik niet elke dag met mensen hoefde te telefoneren of te Appen hoe het ging. Mijn blog werd mijn dagboek. Er volgden spoedopnames wegens complicaties, nachtritten naar het UMCG, zwaardere pijnstillers, hallucinaties. Om mijn accu in deze zware tijd weer op te laden, begon ik in december af en toe een paar uurtjes te werken. Ik regelde dan dat er vrienden en vriendinnen om toerbeurten voor Lucinde zorgden. Het deed me goed er even uit te zijn en te zien dat er een leven was buiten de ziekte. Zo kon ik voor haar sterk blijven en zorgen dat ik wat inkomsten kreeg.

Toen we na de loodzware chemokuren hoopten dat de kanker uit haar lichaam was verdwenen bleken er nog 11 bestralingen nodig om het laatste stukje verkeerd weefsel uit te bannen. Ook bij deze domper was er geen keuze. “Ik wou dat ik het had,” heb ik haar uit de grond van mijn hart gezegd toen ze boos en opstandig werd en schreeuwde “waarom heb ik dit nu?”
Ook de bestralingen zijn nu achter de rug. Het bed is uit de kamer en haar haar begint weer te groeien. Af en toe gaat ze naar school, maar ze is nog heel moe. Sinterklaas is geweest en Kerst en Oud en Nieuw, maar het is allemaal langs ons heen gegaan. Op 7 oktober heb ik, tussen twee chemokuren door de geboorte van mijn kleinzoon bijgewoond. Het was in deze moeilijke periode een fantastische ervaring en een explosie van emoties.
Twee dochters, twee dimensies.
We gaan langzaam weer aanhaken aan het normale leven. Ik besef eens temeer hoe kwetsbaar we zijn en hoe relatief maatschappelijk succes en materiële zaken zijn.
Als ik haar over haar ronde bolletje aai en de eerste nieuwe haartjes voel durf ik te denken dat het eindelijk voorbij is”.

Lees volgende week het verhaal van Lucinde zelf.

Redactie MommyOnline
Mommyonline.nl is een online platform dat in 2009 is opgezet dóór en vóór (aanstaande) mama’s met kinderen van alle leeftijden. Een interactieve, complete en hippe mamablog over echte vrouwen en hun verhalen met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen. Anno nu is Mommyonline.nl een mama-lifestyle blog met artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen.
https://www.mommyonline.nl

5 thoughts on “Haar verhaal | Lucinde mijn wenskind

  1. Dit is echt de nachtmerrie van ieder ouder. Wat een heftig verhaal, heb het niet droog kunnen houden. Ik wens jullie heel veel sterkte en hopend dat het eindelijk voorbij is.

  2. Een zeer indrukwekkend, prachtig opgetekend verhaal en inderdaad een nachtmerry voor elke ouder ! Hoop dat lucinde snel weer op haar oude kracht is en haar school weer kan oppakken !

  3. Och dit lijkt me echt super zwaar je kindje zo te zien… Ik hoop dat ze snel weer de oude is<3

  4. Hoi Annet,

    Wat een verhaal! Als je kind iets ergs overkomt, blijken alle clichés waar te zijn. Ik hoop van harte dat Lucinde weer helemaal beter wordt, zodat je je wenskind voor de tweede keer krijgt. Heel veel sterkte.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top