Je bent hier
Home > Columns > Opgevouwen fietsen en soortgelijk drama

Opgevouwen fietsen en soortgelijk drama

Mijn moeder heeft al jaren in haar hoofd dat ze een vouwfiets wil. Dit omdat ze welgeteld één keer in het jaar naar de garage moet met haar auto en dan met de bus terug naar huis. Dat vindt ze maar niks. Het saaie wachten bij het bushokje en je tussen de mensen moeten proppen om een plekje op de banken te bemachtigen.
Vandaag was bij één van de grote bouwhandels zo’n gevaarte in de aanbieding. Na lang twijfelen, iets waar mijn moeder zeer goed in is, gingen we toch maar even kijken. In de winkel aangekomen was het een drukte van jewelste. Mijn moeder ploegde zich door de mensenmassa heen en mijn zoon Merlijn en ik liepen haar gedwee achterna. Uiteindelijk vond ze de fietsen, waarvan er eentje als showmodel in de winkel stond uitgestald. Voor ik kon beseffen wat ze deed, sprong ze erop en begon te fietsen. Ja echt, zo door de winkel, tussen de mensen door. De bel werd ook even uitgeprobeerd tot mijn schaamte. Merlijn keek verbaast toe .
´Wat doet oma nou?’ vroeg hij dan ook.
‘Snel, omdraaien. We horen nu niet bij oma,’ fluisterde ik.
Dat dit geen enkel nut had, bewees mijn moeder ala minuut.
‘Merlijn, Miriam, kijk! Is hij niet geweldig?’ schreeuwde ze door de winkel.
Al slippend -ze probeerde de rem uit- kwam ze voor ons tot stilstand.
‘Ik neem hem!’ riep ze met een rood hoofd.

Thuis aangekomen ging ze haar nieuwe aanwinst in elkaar zetten. Met het nodige gescheld, stond de crossmobiel vijf minuten later in elkaar. Ik wilde net opgelucht ademhalen, totdat ze ging proberen hem op te vouwen. Met geen enkele mogelijkheid lukte dit. Ze heeft erop gelegen, ertegen geduwd, lieve woordjes gesproken. Niets mocht baten. Normaal zou ik een handje helpen, maar bij mijn moeder is dat levensgevaarlijk. Je mag niet eens in de buurt komen, dus besloot ik met Merlijn in de tuin te gaan liggen. Een uur later had ze het toch eindelijk voor elkaar. Trots dat ze was! En toen kwam de onvermijdelijke vraag:
‘Zullen we met z’n allen een rondje fietsen?’
Je kunt op een moment als dit je moeder natuurlijk niet teleurstellen. Merlijn evenmin, want die stond als een wilde te juichen. Sinds hij zonder zijwieltjes kan fietsen, is hij er niet vanaf te slaan en de grote mensenwegen onveilig maken, is natuurlijk te leuk voor woorden. Ik zei dan ook maar dat het een goed plan was.

Het werd een dollemansrit. Mijn moeder heeft alles uitgeprobeerd. Ze scheurde over grasvelden, reed over voetpaden met kiezeltjes en wilde zelfs even met haar fiets op de skatebaan rijden. Helaas voor haar had zich daar een groep jongeren verschanst. Daarachter slingerde Merlijn gevaarlijk heen en weer, het schort hem nog wat aan het evenwicht namelijk. Ook ging hij steeds harder fietsen, iets dat in zijn situatie levensgevaarlijk is. Maar het leukste van alles vond hij ineens boven op zijn rem gaan staan. Net zoals oma in de winkel deed. Ik fietste pal achter hem en heb meerdere malen bijna een salto over het stuur gemaakt. Dit tot grote vreugde van Merlijn, waardoor hij nog vaker zijn rem liefdevol een trapje gaf. Eenmaal thuis was iedereen dan ook zeer enthousiast. Ik niet. Mijn hoofd was paars, mijn hart zat nog steeds in mijn keel en het zweet gutste aan alle kanten van mij af. Ik nam me dan ook voor om ze voortaan samen op stap te laten gaan. Veel te gevaarlijk dit allemaal.

Dat mijn moeder daar heel anders over dacht, bleek deze avond.
‘Ik heb zitten denken en ik vind dat jij ook een vouwfiets moet kopen. Dan zetten we onze fietsen en die van Merlijn in de auto, rijden ergens heen en gaan dan lekker fietsen. Dan kunnen we bijvoorbeeld naar het strand, het bos, het meer…’
Het rijtje ging nog even door, maar ik hoorde het niet. Ik voelde een lichte paniekaanval opkomen.
‘Het is ook leuk voor Merlijn. Hij kan dan helemaal goed oefenen en hij vindt fietsen zo leuk hè. Ik zie ons al helemaal gaan. Zonnetje, mooie omgeving, lekker actief bezig zijn,’ drong haar stem ineens weer tot mij door. Het enige dat ik kon opbrengen was knikken.

De waarheid is namelijk erg hard en ik deel hem alleen met jullie lezers. Schrik niet!
Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het fietsen. Trauma’s heb ik overgehouden aan vijf dagen in de week, door weer en wind , naar school rijden. Om over mijn conditie niet te spreken. Als er iets dramatisch slecht is, dan is het dat wel. Na vijf minuten loop ik meestal te hijgen alsof mijn leven ervan afhangt.  Fietsen heb ik dan ook al snel verruild voor brommers en scooters. Het is dat mijn scooter niet in de auto past, anders zou ik met alle liefde met ze meegaan. Het is waar dat Merlijn dol op fietsen is. Het is waar dat het heel leuk voor hem is om erop uit te trekken met z’n drieën.
Maar de ergste waarheid moet nog komen. Omdat ik zoveel om ze geef, ga ik waarschijnlijk ‘ja’ zeggen. Hun teleurstelling zou anders zo groot zijn. Laat ik daar nou een nog grotere hekel aan hebben dan aan het nutteloos pedalen heen en weer trappen. Ik zal er binnenkort vast aan moeten geloven. En ach, wie weet ga ik er ooit de lol van inzien en kan ik mijn trauma overwinnen. Want vreugde is nu eenmaal een erg goed medicijn.

5 thoughts on “Opgevouwen fietsen en soortgelijk drama

  1. Wat superleuk geschreven weer. En inderdaad… Vreugde is het allerbeste medicijn denk ik. 😀

    Liefs,

    Patricia

  2. Eva, wederom erg leuk geschreven!
    Dat heb je inderdaad met de mensen van wie je houd, dingen doen dat je eigenlijk liever niet zou willen doen, enkel om hen niet teleur te stellen
    Maar wie weet ga je ooit toch nog de ‘fun’ ervan inzien

  3. Tot nu toe heb ik haar er niet meer over gehoord. Er is dus hoop haha

  4. hahaha het is toch eigenlijk best wel erg dat je iets moet gaan doen waar je een hekel aan hebt, alleen om de mensen van wie je houd te plezieren!!
    Meid, ik hoop voor je dat je er idd de lol van gaat inzien!
    Sinds ik m’n auto 3 jaar geleden heb weggedaan deed ik alles met het openbaar vervoer… Sinds een half jaartje is de fiets pas weer uit de schuur.. en dat is puur en alleen maar omdat het voor m’n dochtertje net te ver is om te lopen naar de peuterspeelzaal… dus 4x in de week ga ik heen en weer op dat ding.. en ik moet je eerlijk zeggen… ik zie er nog steeds de “fun” niet van!! hahaha

  5. Haha nog een medestander 😛
    Fietsen zal inderdaad nooit mijn hobby worden. En ik heb haar er nog steeds niet over gehoord, dus het geluk is aan mijn zijde.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top