Je bent hier
Home > Gezin & Opvoeden > Haar verhaal | 16 jaar en kanker

Haar verhaal | 16 jaar en kanker

Wat als je bijna 16 bent en hoort dat je kanker hebt? Dan stort je wereld in.
Mijn naam is Lucinde Akkerman en ik kreeg op 24 september van het afgelopen jaar te horen dat ik kanker heb. Hoe? Waarom? Dat weet niemand.

lucinde foto 2De ochtend van 24 september ging ik naar de huisarts omdat ik al een tijdje aan het hoesten en heel erg benauwd was, ik dacht dat ik een hoestdrankje ging halen en daarna door naar school zou gaan. Maar helaas kwam dat er niet van, sterker nog, ik kwam niet meer thuis. Met spoed reed ik in de ambulance naar het UMCG, een uur rijden. Niks werd ons verteld. Waarom zat ik in een ambulance? Waarom moest ik naar het UMCG? Waarom kon ik niet gewoon in het Tjongerschans in Heerenveen blijven? Helemaal niks. Mijn moeder, stiefvader en broer gingen met de auto naar het UMCG. Mijn moeder moest spullen voor mij ophalen van thuis, ik zou voor een tijdje niet meer thuiskomen.

Eenmaal aangekomen in het UMCG werd ik naar de afdeling M2 gebracht. Er hing een bordje met “Kinderoncologie” erop. Er gingen wat belletjes rinkelen, maar ik wilde niets in m’n hoofd halen totdat er een arts was geweest.
De afdeling stond op z’n kop, het was een chaos. Ik werd naar een isolatiekamer gebracht en nog nooit had ik zo veel artsen gezien. Iedereen stelde een hoop vragen, vaak dezelfde. Maar op een gegeven moment kon ik deze niet meer beantwoorden. Ik was zo benauwd, kreeg bijna geen lucht. Mijn moeder was inmiddels aangekomen in mijn kamer en er kwamen twee mensen binnen. Een longarts en een oncoloog. De oncoloog begon te praten en ze zei: “We denken dat we jouw probleem in mijn vakgebied moeten oplossen, je hebt lymfeklierkanker.”

De reactie van mijn moeder was denk ik zoals elke reactie van een moeder zou zijn, die hoort dat haar kind kanker heeft. Ze begon te huilen en mij te omhelzen. Terwijl ik dacht dat ik degene zou moeten zijn die haar zou moeten omhelzen en troosten. Ik huilde niet, ik was rustig, geloofde het niet. Vanbinnen ging ik kapot, niet van verdriet, maar van woede en angst. Ga ik dood? Waarom heb ik dit? Wat heb ik verkeerd gedaan? En zo spookten nog veel meer vragen door m’n hoofd heen. Ik kreeg vijf minuten om iemand te bellen, mijn moeder ging naar de gang om het slechte nieuws aan mijn stiefvader en broer te vertellen. Ze beloofde dat ze m’n beste vriendin zou bellen. Ik durfde dat zelf niet, bang dat ik het niet aan zou kunnen. Want hoe vertel je je beste vriendin dat je kanker hebt? Ondertussen zat ik alleen op de kamer met mijn telefoon in m’n handen. Wie moet ik bellen? Ik besloot Annemijn te bellen. Annemijn is mijn andere beste vriendin, alleen is haar vader een aantal jaar geleden overleden aan kanker. Zij moest dit van mij horen, niet van iemand anders.

Toen ze opnam zei ze: “Hey Luc, hoe gaat het?”
“Annemijn, ik heb lymfeklierkanker.” De rest van het gesprek waren we alleen maar aan het huilen, ik vroeg Annemijn om het aan onze “vriendengroep” te vertellen. Ze beloofde dat ze dat zou doen. Toen moest ik ophangen, werd ik naar de Intensive Care verplaatst, ik moest aan de beademing. Mijn lymfeklieren gingen rond mijn luchtpijp zitten en knepen hem steeds een beetje meer dicht. Ik kreeg bijna geen lucht.

Nooit had ik gedacht dat ik hier zou belanden, met ontelbaar veel draadjes aan m’n lichaam, overal bliepjes, piepjes en de reden: kanker.
Mijn familie mocht niet bij me blijven. Wat zou er nog komen? Ga ik mijn haar verliezen? Wanneer kan ik weer naar school? Kan ik nog wel naar het The 1975-concert deze vrijdag? Van de verpleegsters moest ik maar proberen te slapen, maar ze begrepen het als dat niet zou lukken.

De volgende dag kwam mijn oncoloog weer langs. Ik zei tegen haar dat ik zo snel mogelijk met de behandeling wil beginnen. Ik had geen zin om te wachten, ik wilde vechten. Ik wilde weer naar huis. Maar helaas moest ik wel wachten, eerst moesten ze nog een aantal operaties (waaronder het plaatsen van mijn Port-A-Cath, een kastje bij m’n hart waar de chemo door zou gaan) en scans doen om te onderzoeken in welk stadium ik zit, hoe snel het groeit en waar het allemaal zit.

Na alle onderzoeken wisten ze 100% zeker dat ik in stadium 2 zit en de zeldzame variant Hodgkin heb. Dat betekent dat mijn tumoren boven mijn middenrif zitten, maar wel op meerdere plekken. Ze zitten in mijn linker oksel, tussen mijn longen en in mijn hals. Stadium 2 is nog goed te behandelen.

Na dik twee weken in het UMCG, mocht ik naar huis. Ik was ondertussen al gestart met chemo. Dit was zwaar, heel zwaar. Ik wilde zelfs stoppen. Maar ik ging door, verloor m’n haar en werd kaal, kwam in een rolstoel en heb vele spoedopnames gehad, maar het lukte. De veertien chemokuren zijn inmiddels voorbij. Ik loop weer. Ik eet weer. Mijn ziekenhuisbed is uit de woonkamer en heel soms ga ik zelfs één of twee uurtjes naar school. Ik ben inmiddels ook al drie maanden niet naar school geweest.

We hadden gehoopt dat de chemokuren genoeg waren en dat ik klaar was. Maar helaas mocht het niet zo zijn. Veel was al weg, maar tussen m’n longen was nog wel duidelijk iets te zien op de scan. Dat betekende dat we verder gingen met bestraling. Hier was ik bang voor. De gevolgen van bestraling zijn namelijk niet de minste. Grotere kans op longkanker, borstkanker en hartproblemen. Maar het is niet anders. Het moet. Ze houden me levenslang onder controle en tegenwoordig worden de artsen steeds slimmer dus voel ik me veilig.

Ik zit nu middenin mijn bestralingen en ook dit is weer heel pittig. Maar dit is iets wat te overzien is. Het einde is in zicht. Maar is dat ook het einde? Met deze ziekte kun je niets voorspellen. Het is afwachten.

De wereld waar ik nu in leef is bijna niet te omschrijven. Nooit had ik gedacht dat dit mij zou overkomen. Het overkwam namelijk altijd iemand anders, maar zo dichtbij als dit is het nog nooit geweest. Ik merk dat ik door dit alles veel sterker ben geworden en veel harder. Ik laat het niet toe dat iedereen alle beslissingen voor mij neemt, ik beslis mee. Het is tenslotte mijn lichaam en mijn leven, dat is van mij. Als ik het ergens niet mee eens ben ga ik er fel tegenin. De artsen kennen me inmiddels vrij goed en zijn dit wel gewend. Ik voel me ook totaal geen zestien, ik kan me niet meer vergelijken met anderen van mijn leeftijd, ik sta heel anders in het leven. Ik werd gedwongen om in no-time volwassen te worden. Ik weet hoe het is om zo dichtbij het einde te zijn. Zo dicht bij alles verliezen. Ik geniet meer, vooral van kleine dingen. Ik ben nog lang niet de oude en ik ben nog hard aan het vechten tegen deze vreselijke ziekte. Maar er komt weer een dag dat alles goed is, dat ik weer in m’n eentje met de hond door het bos kan rennen, dat ik weer haar heb, dat ik weer naar school kan, dat ik weer normaal ben.

lucinde fotoHet leven is oneerlijk, dat was allang bekend. Daar kunnen we wel boos om worden, maar we kunnen ook blij zijn om de dingen die we níet hebben, zoals kanker. Wees dankbaar voor alle dagen die je gezond mag doorbrengen, het kan zo over zijn.

Lees hier het verhaal van de moeder van Lucinde, Annet Gorter.

Lucinde houdt zelf een blog bij  via lucinderful.blogspot.nl, hier kun je haar verhaal volgen.

Redactie MommyOnline
Mommyonline.nl is een online platform dat in 2009 is opgezet dóór en vóór (aanstaande) mama’s met kinderen van alle leeftijden. Een interactieve, complete en hippe mamablog over echte vrouwen en hun verhalen met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen. Anno nu is Mommyonline.nl een mama-lifestyle blog met artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen.
https://www.mommyonline.nl

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top