Je bent hier
Home > Columns > Ik wil

Ik wil

Ik wil helemaal niets. Ik wil niet douchen. Ik wil niet aankleden. Ik wil niet ontbijten. Ik wil niet tandenpoetsen. Ik schreeuw, heel hard. Ik roep, met grote, wijdopen mond: ‘Ik wil he-le-maal niets.’
Mama kijkt boos. Ze wijst. Ze wil wel. Ze wil dat ik douche. Ze wil dat ik me aankleed. Dat ik ontbijt. Tandenpoets. Maar ik wil niet. Ik wil helemaal niets. Ik schreeuw het nog een keer. ‘Ik wil he-le-maal niets.’
Onder uit mijn buik pers ik de schreeuw. Ik laat zien hoe boos ik kan kijken. Mijn wenkbrauwen frons ik tegen elkaar. Ziet mama me wel? Ik kijk nog bozer. Schreeuw nog harder. Mijn buik doet pijn van de boos. Mama is ook boos. Ze schreeuwt terug. Ze wijst. Ze duwt. Ik moet naar mijn kamer. Maar dat wil ik niet. Want ik wil helemaal niets.

De deur van mijn kamer is dicht. Ik lig op de grond. Nu moet ik nog harder gillen, anders hoort ze me niet. Mijn oren tuiten van de gil. Ik begraaf mijn oren in mijn handen, mijn neus tegen de vloer. Hoor ik daar de deur? Even ben ik stil. Mijn hoofd opzij, ik gluur door mijn vingers. Komt mama binnen? Nee. Een hand gooit wat naar binnen. Als de deur dicht is kijk ik op. Het is een onderbroek. En een hemd. Al mijn kleren.
‘Nee mama,’ schreeuw ik weer. ‘Ik wil helemaal niets.’
‘Prima,’ antwoord mama door de dichte deur. ‘Maar doe wel je kleren aan. En blijf daar maar niets doen. Niets willen. Dan heb ik er geen last van. Ik ga naar beneden. Je zus en ik gaan ontbijten.’
Ik hoor voetstappen op de trap. Een deur beneden. Snikken hikken na in mijn buik. Ik wil niet. Ik wil helemaal niets. Een tijdje lig ik. Soms gil ik. Dan sta ik op. Trek mijn pyjama uit. Mijn onderbroek aan. Maar ik wil niet. Ik wil helemaal niets.

Ik wil. Ik wil. Ik wil. Ik wil een ijsje. Nog een. En nog een. Mama vindt van niet. Ze vindt twee ijsjes genoeg. Ik niet. Ik wil er nog een. Ik gil. Ik gil: ‘Ik wil, ik wil, ik wil, mama. Ik wil nog een ijsje.’
IJskoud kijkt mama me aan. ‘Nee,’ zegt ze.
‘Maar ik wil het mama,’ antwoord ik. Boos perst mijn lip naar beneden. Ik pruil.
‘Ik wil het.’
‘Ik wil ook zoveel. Ik wil vakantie. En mooi weer. Heel lang uitslapen. Dat krijg ik ook niet.’
‘Maar ik wil het,’ pruil ik weer. Stomme mama. Ze begrijpt me niet. Ze begrijpt niet dat ik het wil. Het ijsje.
‘Je kunt het wel willen, maar je krijgt het niet.’
‘Jawel, mama, ik wil het. Ik wil het.’ Ik stamp met mijn voet, hard, op de keukenvloer. Ik kijk mijn allerbooste blik.
‘Lieverd,’ zegt mama. Ze aait over mijn hoofd. ‘Je krijgt niet altijd alles wat je wilt.’
‘Jawel mama,’ roep ik terug. ‘Ik wil wel altijd alles wat ik wil.’

5 thoughts on “Ik wil

  1. Heel leuk geschreven zo vanuit de perspectief van het kind.
    Helaas voor onze kinderen kunnen wij mama’s niet altijd toegeven aan wat zij willen.

  2. Heel herkenbaar. En ja, stom genoeg roepen wij ook weleens: ‘En ik wil graag kinderen die niet zeuren’, of zoiets.

  3. mijn dochter werd toen ze klein was altijd zo boos, dat ze geen adem meer nam, en flauwviel, ik reeg dan echt een shock. Ja kleintjes willen niet, maar grote nog minder, met meer tekst. Herkenbaar geschreven.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top