Je bent hier
Home > Columns > Werkende moeder deel 17

Werkende moeder deel 17

Onze jongste is bijna peuter af. De kleuter in wording is al een hele dame aan het worden. Met haar grote bruingroene ogen en blond lang krullend haar, vind ik haar een heel stuk aan het worden. Het is een geweldig lief meisje, die tevens zeer ondernemend is. Dat is ze altijd al geweest, ondernemend, stoer, maar ook vreselijk lief.

Het ondernemende zat er al vroeg in. Met vierenhalve maand wilde ze al langs de trap van de glijbaan staan, omdat ze niets wilde missen. Met achtenhalve maand liep ze al rond en waren we de hele dag druk bezig haar ontdekkingszucht in te dammen. Want het klinkt heel leuk hoor, zo’n kindje die al vroeg loopt, maar je rent je helemaal suf. Aangezien ze dan ook nog eens aan de kleine maat is, was je haar in de supermarkt dus gemakkelijk kwijt. En door haar lengte, was ze slecht terug vindbaar. Gelukkig kon je gewoon op het geluid afgaan van de vele ohhhs en ahhhhs die je hoorde, en dan wisten we dat ze daar in het gangpad moest zijn, waar allerlei vertederde blikken op onze dochter werden geworpen.

Het ondernemende kind is daarnaast een kind dat weinig gevaar ziet. Met anderhalf stond ze boven op de glijbaan met haar armen gespreid in de lucht en wilde zo de glijbaan af roetsjen. Diverse keren is ze er van af gevallen, veel meer keren waren we net op tijd om haar op te vangen. En er van leren? Echt niet, gewoon weer doen. Al heel vroeg kon ze koprollen maken op de trampoline en zag je haar geconcentreerd kijken naar de buurmeiden van 10 jaar, hoe zij een salto maken. Tot nu toe heb ik het nog kunnen tegen houden, maar het zal me niets verbazen dat ze op de momenten dat we niet kijken, gewoon stiekem een salto achterover maakt.

Boos worden op dit wurm is schier onmogelijk. Met haar grote bruingroene ogen is ze in staat je te doen verdrinken in een bodemloze put vol liefde en warmte. Als er dan ook nog een brede grijns onder vandaan wordt getoverd, ben ik als moeder volledig verkocht. Ze weet ook precies hoe ze mama kan paaien, met een hele stevige knuffel wordt ieder verzet van mama gebroken. En ik weet het, het is zwak, maar ze pakt me volledig in. Die enkele keer dat ik toch haar heel streng aan spreek, voel ik een weeïge pijn in mijn hart omdat ze dan zo verschrikt kijkt met haar ree-achtige oogjes dat ik geneigd ben haar direct op te pakken en alles terug te nemen wat ik heb gezegd.

Met het richting kleuter gaan moet ik zeggen dat mijn aanpak wel wordt aangepast. Het lieve schattige peutertje wordt namelijk soms ook een ondernemend stout kleutertje. Vol charme stort ze zich op me als ik onverwacht het terras oploop met de vraag wat ze aan het doen is. Een zwart snuitje tovert een brede grijns op haar gezichtje en nog voordat ik me kan verliezen in haar oogjes slaat ze haar smoezelige armpjes om me heen. Ze drukt een snotterig kusje in mijn nek en kiert: mama is lief. Ikke doe nits….. Ik knuffel graag terug, want het voelt zo heerlijk. Maar vanuit mijn ooghoeken zie ik dat ze alle planten uit de plantenbak eruit heeft geschept met haar schepje. Op de plek waar de plantjes behoren te staan, staan nu allemaal bamboestokjes.

Ik kreun en laat haar, na nog even te hebben genoten van dit intieme momentje, los. Ik kijk haar streng aan. Ik zie aan het wurm dat ze door heeft dat mama haar heeft betrapt. Wat heb je gedaan met de plantjes? vraag ik streng. Ze kijkt naar de grond, dan naar het grasveld en dan naar de lucht. Ik roep haar bij de les. En geef haar een preek dat ze niet meer aan de plantjes mag komen. Dat ze moet scheppen in de zandbak en niet in de plantenbak. En dat als ze het weer doet, ze niet meer in de tuin mag spelen. Ze knikt. Ik besluit pedagogisch om het te testen. Dus ik vraag haar of ze me heeft gehoord. Ze kijkt alle kanten op, behalve naar de mijne en antwoord verveeld dat ze me heeft gehoord. Het wurm is waarschijnlijk in haar gedachten allang weer aan het bedenken wat ze nu weer kan uitspoken, en vindt haar moeder alleen maar lastig.

Aangezien ik niet het gevoel heb dat de boodschap is aangekomen, vraag ik haar wat ik dan heb gezegd. Wat mag jij niet meer doen? vraag ik haar. Ze kijkt me aan met haar ogen zo groot als schoteltjes. Ik herhaal mijn vraag. Wat heb ik net gezegd, vraag ik haar nogmaals. Het antwoord is duidelijk, ik had net zo goed tegen de muur kunnen praten. Het wurm kijkt me aan met de liefste blik die ze maar kan bedenken en antwoord; Ik weet het niet mama. Op de achtergrond schiet papa in de lach….

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top